vrijdag 8 februari 2013

John's eerste motoren

Door John

Terugdenkend aan alles dat ik gehad heb met twee wielen en een benzinemotor komt er nogal wat voorbij.

Voor het allereerst op de motor!
Mijn broer aan het stuur en ik - in luiers! - achterop,
vastgehouden door Gijs, mijn vader

Ik begon ergens op mijn 12de met brommertjes. Niet helemaal zeker van de volgorde maar er waren een paarse Mobilette en een groene Zundapp damesbrommer bij. Die kocht je toen voor ongeveer 10 gulden en werden gebruikt om mee door het weiland te crossen. De eerste ervaring in sleutelen werd opgedaan. Opvoeren was populair en hield in dat je de uitlaat afzaagde en de cylinderkop over een stoeptegel schuurde. Of ie daardoor harder ging lopen weet ik niet maar het klonk wel goed.

Op mijn 15de ongeveer kreeg ik van mijn vader een Casal brommer waar ik ook een hoop lol aan beleefde in de weilanden.

Kreidler RMC
Toen werd ik 16 en werd het serieus, ik kocht een Kreidler type RMC, net zoiets als hierboven, maar dan helemaal uitgewoond dus na een paar maanden en liters olie bijvullen ging die weer de deur uit en werd gevolgd door een andere Kreidler van het type LS. Die werd stevig opgevoerd en haalde wel 75 km/h. Daarmee heb ik nog bijna een politieagent uit zijn schoenen gereden. De dienaar hoorde mij aankomen op het fietspad en het onmiskenbare geluid van de 16mm Bing carburateur deed hem besluiten met zijn fiets midden op het fietspad stil te gaan staan en zijn hand op te steken; ik wilde wel remmen maar dat ging niet en alleen een katachtige reflex van zijn kant voorkwam een berg verwrongen metaal en twee verminkte lichamen.

Toen ik 18 werd had ik een vakantiebaantje bij een Lancia dealer in Vianen en in het magazijn stond een heuse 50er jaren Lambretta scooter die voor een paar honderd gulden de mijne werd. Wekenlang werd er roest gebikt en geverfd om het ding toonbaar te maken en rijdend te krijgen, wat lukte, maar toen ik er eenmaal op kon rijden was het toch niet mijn ding en nadat ik er bijna mee het kanaal in was gereden verkocht ik hem aan Rens die hem weer doorverkocht aan Willem die later in dit verhaal nog voorkomt.

De BSA B40

De volgende werd een 1967 BSA van het type B40 gekocht bij de man met de paardestaart in Amersfoort. Er werd een jaar besteed aan een totale revisie; frame etc in stemmig zwart met alleen de tank en spatborden in legergroen maar ook deze had ik na een jaar wel gezien; gewoon niet oud genoeg denk ik en achteraf ook niet zo degelijk. Eind jaren zestig engelse techniek is gewoon niet zo goed.

Halverwege de rebuild; tank nog brandweer rood

Toen kwam er een Matchless uit 1951 van het type G3L. Ik kocht hem van een vent in Utrecht die hem voor zijn vriendin geheel brandweer-rood had laten moffelen maar er nu wel vanaf wilde. Wederom het ding helemaal uit elkaar gehaald en alle rode delen terug naar Lunsen in Barneveld die er geen bezwaar tegen had de hele zaak maar weer zwart te moffelen. Dat waren nog mooie restauraties, ik studeerde en had helemaal geen geld dus alles wat versleten was werd flink opgepoetst en glad geveild en gewoon weer teruggezet; na netjes monteren reed hij er geen meter minder door. Deze motor heb ik wel een jaar of 10 gehad voor ik hem weg deed omdat hij bij mijn ouders toch wel een beetje in de weg begon te staan en ik er toch niet meer naar omkeek.

You know you are not the first
But do you really care?

Ten tijde van de Matchless wilde ik wat groters en had mijn eerste en tot nu toe enige miskoop: durf ik het te zeggen...een Triumph Bonneville van 1967. Wat een klere ding was dat. Het lag wellicht niet alleen aan het ontwerp en een van de vorige eigenaren zal een baviaan geweest zijn. Werkelijk alles aan het blok was stuk, het carter moest gelast, tanden afgebroken in de versnellingsbak, kleppen krom... ook een ellendig en lomp ding om aan te werken met dat unit blok.

BMW had een mooie reclame voor hun gebruikte auto's (zie hierboven); een plaatje met een prachtige dame en de tekst: You know you are not the first - but do you really care? Het probleem met deze Triumph was dat ik zeker niet de eerste was - eerder nummer 86 - en alle voorgangers hadden haar stuk voor stuk volkomen uitgewoond. Ik heb het ding nog half opgebouwd en toen het economisch verantwoord was het apparaat in onderdelen verkocht aan een vent die ik later nog tegenkwam...op een Harley!

De Norton Mercury

Terwijl de G3L nog reed en de Triumph revisie hopeloos strandde kon ik van Willem, die toen al op mijn ex-Lambretta rondreed een Norton Mercury uit 1969 kopen. Dat was nu een snelle revisie, niet meer dan 2 weken. De voorvork poten waren krom maar die kon je nog inruilen tegen goeie bij Paul Postma in Haarlem. Veel meer heb ik er al die jaren eigelijk niet aan gedaan, en hij liep als een speer. Ik heb m een jaar of 10 gehad tot ik het mooi vond omdat ie me te modern werd. Hij was heel origineel maar de vent die m kocht ergens in 2003 had de volgende dag de helft van de motor op Marktplaats staan omdat hij er een caferacer van bouwde.

De 1935 ES2

De Mercury had wel indruk gemaakt en mijn eerste vooroorlogse motor in 1998 werd een Norton ES2 uit 1935 gekocht bij Ron Farthing. Wederom een snelle revisie; wat gaten in de spatborden dichtgelast, tank gespoten, olie er in en rijden maar. Die heb ik gehad tot 2006 tot de schuur echt te vol werd.

Op de 1938 Model X

En toen maar eens op zoek naar wat heftigers en dat werd rond 2000 een 1938 Matchless Model X gekocht bij Mark Upham in Oostenrijk. Toen nog de enige Engelse V-twin in de club en een prima motor, veel plezier van gehad. Hij was redelijk in orde toen ik hem kocht op wat kleinigheidjes na en mee naar Engeland en Isle of Man geweest zonder problemen...tot ik ook deze motor wel gezien had. Het is toch een beetje een ding met twee gezichten; een 'modern' eind jaren 30 frame met een motorblok dat een stuk ouder aandoet en verder erg zwaar. Laat ik het zo zeggen: "Het was een mooi boek maar ik heb het uit" en in 2008 verkocht ik hem aan een vent in Finland die de opmerking "open oiltap" op de sticker op de tank niet begreep en er dus vrolijk op weg reed zonder de oliekraan onder de tank openzette waardoor het blok met een kapotgelopen bigend nog een keer ter reparatie bij Upham belandde.


De 1928 Model 18

En nu dus Nortons; een paar van die dingen en allemaal van voor 1932 want op een enkele uitzondering na vind ik motoren van eind jaren 30 zelfs een beetje te modern worden. De 20er jaren worden wel "The Golden Age of Motorcycling" genoemd en met recht. De techniek is zondermeer het mooiste. Het zijn niet de snelste motoren en ook niet de beste -  maar daar gaat het niet om, als je dat wilt moet je maar een Honda kopen. Er gaat niets boven door Engeland rijden op een heuse platte tank Norton.