Door Marcel
Ik heb wat oude foto's uit de periode van Ko Konijn ( mijn oom), waaronder deze twee zwart/wit foto's van een Eysink 500cc racer uit 1932. De foto's zijn genomen in 1952 bij Ko achter het ouderlijk huis. Blijkbaar heeft hij in die periode deze machine weten te bemachtigen. Hoe dat gegaan is weet ik niet.
Het verhaal daarna, met slechte afloop weet ik wel. helaas !
Het betreft hier een speciaal door Eysink gebouwde racer om deel te nemen aan de TT. Met het Rudge Python blok, en als aanduiding Ulster TT, vanwege de overwinning met Rudge.
Hoeveel er gebouwd zijn, in ieder geval twee, de Eysink is voorzien van een prachtige revolver tank, "zo wordt de doorlopende tank naar beneden genoemd ". Verder lijkt het een three stay frame te hebben, maar is moeilijk te bevestigen. Al met al, een mooie gelijnde racer.
Op de tweede foto's is te zien dat er een accu is geplaatst, en dat er een koplamp op zit. En staat op kenteken, heeft dus na de oorlog gewoon deel genomen aan het verkeer. Ik ga er van uit dat hij in deze staat bij Ko terecht is gekomen. En dat hij daarna hem weer terug heeft gebracht zoals op de eerste foto.
Wat je op de foto niet kan zien, maar er wel is, is een gigantische vastloper ! die er al was toen Ko hem overnam.
De rijders voor Eysink in 1932 waren Bertus van Hamersveld en Jaap Houtop. Heb daarover wat kunnen vinden op internet.
Op zaterdag 25 juni 1932 maakte De Eysinkfabrieken hun entree in de wegraces.
Dat gebeurde tijdens de achste uitgave van de TT van Assen. Alle hoop was gevestigd op ervaren
kerels als Bertus van Hamersveld en Jaap Houtop die door de Eysink-fabriek werden ingeschreven voor de 500cc klasse. als krachtbron diende nu ook de solide Rudge Pythonmotor.
Die eerste kennismaking met het snelle racewerk was alleszins bemoedigend. Bij het vallen van
de startvlag was het Bertus van Hamersveld die brutaalweg als eerste weg schoot, voor vendetten
als Tim Hunt, Graham Walker en Stanley Woods.
Dus is de Eysink op de foto, de bewuste motor van Van Hamersveld of Houtop. wie zal het zeggen!
Door de grote interne schade van het blok, en gebrek aan juist gereedschap, en juiste contacten. We praten dus 1952, bleef de Eysink bij Ko in de schuur staan. Er waren ook nog Norton's om te restaureren, die hadden prioriteit ! In dezelfe periode misschien twee jaar later, heeft Ko deze Eysink verkocht of geruild tegen Norton. Zo ging dat, hij zag het niet zitten om dat Rudge blok weer werkend te krijgen, dus weg ermee!
Maar nog geen twee weken later, krijgt Ko spijt van zijn daad. Het was toch wel een bijzondere machine. Communicatie in die tijd ging anders dan nu, er was geen telefoon, je schreef een brief, en je wacht op antwoord terug. zit een paar dagen tussen voordat je verder actie kan ondernemen.
Samen met een neef is Ko toen erop uit gegaan om die Eysink terug te halen. Degene die de motor bezat, had hem ondertussen doorverkocht aan een ander. Paar dagen later die bewuste pesoon bezocht, en vertelde dat hij hem weer had laten opkopen door een oudijzer handel. Ko en zijn neef kregen het nu langzaam benauwd, en haaste zich naar de bewuste sloop. Daar kregen ze de trieste mededeling, dat ze een dag telaat waren, De Eysink was vermalen tot klein stukjes metaal.
Met de kennis en communicatie van vandaag zou dit nooit gebeurd zijn !